De schuldsaldoverzekering
Hoewel een schuldsaldoverzekering niet meer verplicht is om te kunnen genieten van het fiscaal voordeel van een hypothecair krediet, blijft het aangeraden een dergelijke verzekering af te sluiten. De schuldsaldoverzekering is een levensverzekering die waarborgt dat in geval van overlijden van de ontlener, het nog te betalen bedrag wordt uitgekeerd en dus de lening verder wordt afgelost. Wanneer het hypothecair krediet door meer dan 1 persoon is aangegaan (zoals vaak het geval is bij samenwonende of getrouwde koppels), splitst men de verzekering meestal op onder beide partners. Houdt daarbij rekening met de verwachte toekomstige inkomsten van beide partners: wanneer je verwacht dat je beiden een gelijkwaardig inkomen zal hebben in de toekomst, kan je je de verzekering aangaan in een verhouding van 50/50 voor elke partner. Verwacht je echter dat bv. de man een hoger inkomen zal hebben, of dat de vrouw thuis zal blijven als huisvrouw, kan je de verdeling hieraan aanpassen naar bv. 60/40% of 75/25%.
Het is ook mogelijk om bovenop de schuldsaldoverzekering een zogenaamde ‘tegenverzekering’ aan te gaan, waarbij in geval van overlijden van één van beide partners niet alleen het gedeelte van de lening van die partner wordt uitgekeerd, maar ook het gedeelte van de lening van de overlevende partner.
Houdt er rekening mee dat de schuldsaldoverzekering enkel in werking treedt in geval van overlijden, niet in het geval van inkomensverlies door ziekte of ongeval. Hiervoor kan je eventueel beroep doen op de gratis verzekering ‘gewaarborgd wonen’ van de Vlaamse Regering.
De verzekering gewaarborgd wonen
Wie een hypothecair krediet aangaat voor een enige woning in het Vlaamse Gewest, kan sinds 1 april 2009 genieten van de vernieuwde verzekering Gewaarborgd Wonen van de Vlaamse Overheid.
Deze verzekering loopt over 10 jaar. Word je tijdens deze periode onvrijwillig werkloos of arbeidsongeschikt, dan kan je na een wachttijd van drie maanden gedurende maximaal drie jaar een tegemoetkoming ontvangen in de aflossing van je hypothecaire lening. In het geval van werkloosheid wordt deze termijn opgesplitst in 2 x maximaal 18 maanden. Daartussen moet je minstens 3 maanden aan de slag geweest zijn. Bovendien zal er nauw samengewerkt worden met de VDAB om je als werkloze opnieuw aan een job te helpen.
Het eerste jaar beperkt de tegemoetkoming zich tot 70% van de maandelijkse aflossing. Vanaf het tweede jaar wordt dit 56 %, het derde jaar nog 42%.
Het bedrag is beperkt tot een maximum van 500 euro per maand en is afhankelijk van je inkomen en de geleende som. Leende je voor nieuwbouw of vervangingsbouw waarvan het primair energieverbruik lager of gelijk is aan de E70 norm dan heb je eventueel recht op 600 euro. Hier geldt wel een inkomensgrens:
- 37.130 euro voor alleenstaanden zonder personen ten laste
- 53.030 euro voor wettelijk of feitelijk samenwonenden, te verhogen met 2.970 euro per persoon ten laste
- 53.030 euro voor alleenstaanden met een persoon ten laste, te verhogen met 2.970 euro per persoon ten laste vanaf de tweede persoon ten laste
Voorwaarden:
lening
Lening: op het ogenblik van je aanvraag moet je een hypothecaire lening afgesloten hebben voor het bouwen, kopen of renoveren van je (enige) woning . De eerste kapitaalopname mag niet langer dan 1 jaar geleden gebeurd zijn.
Zijn geldig:
- een lening van minstens 50.000 eur om een woning te bouwen, te kopen of te kopen en renoveren
- een lening van minstens 25.000 eur voor renovatiewerken
beroepsvoorwaarden
Op de aanvraagdatum moet je:
- werknemer zijn met een contract van onbepaalde duur, waarvan de proefperiode beëindigd is, of
- werknemer zijn met een tijdelijk contract op voorwaarde dat je minstens 1 jaar bij je laatste (huidige) werkgever gewerkt hebt
- zelfstandige in hoofdberoep zijn
- arbeidsgeschikt zijn
- de 12 maanden, die aan de datum van de verzekeringsaanvraag voorafgaan, ononderbroken gewerkt hebben
woning
- de maximale verkoopwaarde van de woning mag max. 320.000 euro bedragen (in enkele gemeenten rond Brussel en Leuven ligt dit plafond 15% hoger).
De ABR -verzekering
Nuttig is ook na te gaan in welke mate en waartegen je zelf (via bvb je gezins- en/of brandverzekering) en je toekomstige bouwpartners verzekerd zijn. Op en rond een bouwwerf en tijdens of na de werkzaamheden kunnen heel wat problemen de kop opsteken, van stormschade over schade aan aanpalende panden tot vochtproblemen die opduiken een jaar na de oplevering.
Belangrijk hierbij is het verschil tussen burgerlijke (lichamelijke of materiële schade aan derden) en contractuele (naleving van de contractuele verplichtingen, die eerder te maken hebben met de kwaliteit van de werkzaamheden) aansprakelijkheid !
Een architect is sinds 1 juli 2007 wettelijk verplicht zich voor beide te verzekeren. Een aannemer niet. Meestal sluiten aannemers een verzekering af voor hun burgerlijke aansprakelijkheid (BA uitbating). Soms hebben ze een verzekering “alle bouwplaatsrisico’s” of ABR en soms zijn ze verzekerd voor hun “tienjarige aansprakelijkheid”.
Je kan de eerste twee verzekeringen ook als bouwheer afsluiten.
Als je met geregistreerde aannemers werkt, die door de architect gekend zijn of die je via goede referenties van andere bouwers hebt gevonden zit je relatief veilig. Een ABR is eventueel te overwegen als het risico op schade groot is, zoals het heropbouwen van een rijwoning tussen twee oude stadswoningen. In dergelijke gevallen zal de aannemer ook geneigd zijn de verzekering zelf af te sluiten.
Nog een mogelijkheid : De Globale Polis van de Bouwheer
Deze polis op maat van de bouwheer dekt naast de risico’s tijdens de bouwwerken, ook de risico’s die nadien, tot bij het verstrijken van de tienjarige aansprakelijkheid kunnen optreden. Blijft één van de bouwpartners die instonden voor het ontwerp of de bouw van je woning om één of andere reden (faillisement, overlijden,…) in gebreke bij het optreden van ernstige schade door bvb een constructiefout, dan dekt deze polis de risico’s.
Informeer je grondig en raadpleeg in elk geval je verzekeringsagent !