Onze aarde wordt steeds warmer. Dat komt door klimaatverandering. Door die opwarming van de aarde wordt waterdamp in de lucht, die ook steeds warmer wordt, makkelijker opgenomen. Eenmaal in de lucht moet het toch ook weer een keertje naar beneden. Met als gevolg stortbuien en plensbuien. Kort en krachtig. Tegelijk droogt door diezelfde opwarming ook de grond uit. Aan de ene kant plensbuien en aan de andere kant gortdroge grond. Wat doen we eraan en nog belangrijker, wat kan jij eraan doen?
Kijk goed hoe je leeft, waar je woont en hoe je woont. Hoe is het gesteld met de grond onder jouw voeten? Heb je veel aarde of juist veel tegels in je tuin? Ligt er veel asfalt om je bedrijf of ligt je bedrijf in een groene omgeving? Het is belangrijk dat water geleidelijk weg kan lopen in de grond en dat het niet in het riool verdwijnt. Daar heeft het verder geen nut. Het is handig als het regenwater op een kalme manier in de grond verdwijnt. Zo draagt het bij aan de groei van de struiken, de bomen, de planten, de bloemen en de biodiversiteit. Om het proces geleidelijk te laten verlopen, plaats je bijvoorbeeld infiltratiekratten onder de grond. Dubbel handig, want je behoudt je ruimte bovengronds!
Een infiltratiekrat is een kunststof krat met aan alle kanten openingen, net als een kratje voorop je fiets. De speciale structuur in het inwendige van de krat zorgt voor de stevigheid ende open structuur laat het regenwater of hemelwater heel geleidelijk weglopen in de grond.
Is jouw grond geschikt voor infiltratiekratten?
Een paar dingen zijn van belang. Ruimte, grondsoort en grondwaterpeil. Hier in België en Nederland kennen we zand, klei en veengrond. Klei heeft de vervelende eigenschap dat het een matige tot zeer slechte doorlaatbaarheid van water heeft. Zand daarentegen laat water perfect door en filtert het ook nog eens. Prima geschikt om in deze grondsoort infiltratiekratten toe te passen. Om het grondwaterpeil te checken kijk je op de website van de provincie waar je woont. Infiltratiekratten plaats je 50 cm boven het gemiddelde grondwaterpeil.
Heb je veel of weinig infiltratiekratten nodig?
10 liter regenwater op 1 m2 betekent 10 mm neerslag volgens de weerberichten. Er is een handige formule om te berekenen hoeveel infiltratiekratten je moet ingraven.
- (m2 dak + m2 bestrating) * mm/m2 bergingseis = aantal liters in infiltratiekratten
Voorbeeld: 100 m2 dakoppervlak en 25 m2 verhard terrein. De bergingseis van de gemeente is 20 mm. De formule wordt (100 + 25) * 20 = 125 * 20 = 2500 liter
Het BUMA handel infiltratiekrat heeft een inhoud van 216 liter. 2500 liter gedeeld door 216 = 11,57. In jouw geval heb je 12 infiltratiekratten nodig.
Infiltratiekratten onder je oprit
Goed idee! Let wel op wat voor auto’s er over je oprit rijden. Personenauto’s of vrachtwagens. Het standaard gronddek, de hoeveelheid grond boven de regenwater infiltratiekratten, is gemiddeld 25 cm dik. Heb je meer grond boven de kratten nodig in verband met zwaarder verkeer, houd dan rekening met het grondwaterpeil! Het is niet de bedoeling dat infiltratiekratten in het grondwater komen.
Houd verontreiniging tegen met een zandvangput
Je houdt de infiltratiekratten schoon door een zandvangput erop aan te sluiten. De bezinkruimte onder in de zandvangput vangt zand en bladeren op. Zo slibben de infiltratiekratten niet dicht en blijft de capaciteit mooi op peil. Natuurlijk is het verstandig ook in de hemelwaterafvoer extra bladvangers te plaatsen.
Een overloop op de infiltratiekratten voert overtollig water af naar het riool, naar een sloot of naar een vijver. Een stankslot voorkomt eventuele stankoverlast.
Met of zonder geotextiel?
Er is een basisuitvoering infiltratiekrat met geotextiel. Die is snel en eenvoudig te plaatsen en aan te sluiten. Tot een capaciteit van zo’n 3.000 liter, ongeveer 14 kratten, is het voordeliger om los geotextiel te verwerken. Dit leg je eerst op de grond, je plaatst de infiltratiekratten erop en dan pak je de kratten helemaal in het geotextiel in.
Infiltratiekratten ontluchten
Kleine systemen met weinig infiltratiekratten kan je ontluchten door middel van bladvangers in de hemelwaterafvoeren. Grotere systemen met veel capaciteit ontlucht je via een overloop of een extra ontluchtingsleiding aan de zijkant van het systeem.
Subsidie
Schoon water, en regenwater is meestal behoorlijk schoon, hoort niet in het riool. Je kan de afvoer van dit regenwater afkoppelen van het riool en op deze manier schoon en vuil water gescheiden houden. Je kan subsidie ontvangen als je het regenwater van een schoon oppervlak niet (meer) op het riool loost. Je komt voor een subsidie in aanmerking als:
- je eigenaar of gebruiker bent van het verharde oppervlak dat je wil afkoppelen. Dat kan een dak zijn, een terras of een oprit
- het om een bestaand gebouw gaat of om bestaande bestrating gaat
- het afkoppelen nog niet is uitgevoerd
- je geen overlast veroorzaakt voor aangrenzende percelen
- het af te koppelen oppervlak schoon is en tenminste 20 m2 groot is
Iedereen wordt blij van het afkoppelen en geleidelijk afvoeren van regenwater. Gemeenten geven in veel gevallen adviezen om regenwater af te koppelen. Om het te stimuleren wordt subsidie ter beschikking gesteld. Deze subsidie kan wel oplopen tot €25 per vierkante meter dak of verhard terrein! Informeer snel bij je eigen gemeente.